het christelijk credo
onderstaande reactie is door het RD geweigerd;ergens medio december 2019
Christelijk credo
Prof. A. van de Beek heeft natuurlijk volkomen gelijk als hij stelt dat Rome en de Reformatie verbonden zijn door hun gemeenschappelijk credo. Daar is immers historisch geen speld tussen te krijgen. De grote vraag waar het om moet gaan is echter wat we daarmee willen. Gaan we proberen een restauratie van kerkelijke eenheid tot stand te brengen, of gaan we ons bezinnen op de vraag wat er mis ging en hoe dan en waar en wanneer en vooral: waarom.
Zou het ook mogelijk zijn dat er een gezamenlijke schuld moet worden erkend en dat een gezamenlijke bekering moet worden nagestreefd, omdat de kerkgeschiedenis vanaf haar officiele begin (apostolicum, Nicea) laat zien dat de kerk het Joodse spoor van Jezus heeft verlaten? Al in het apostolicum, daterend van waarschijnlijk ongeveer 250 AD, heeft de heidenchristelijke kerk genegeerd hoe God voor eeuwig wil worden genoemd, namelijk ‘God van Abraham Izak en Jakob’, - zoals Hij uitdrukkelijk tegen Mozes heeft gezegd (Exodus 3:15/16).
De twaalf artikelen laten zien hoe Joodse christenen al zijn overruled door de heidenchristenen, want Joden zouden zeker protest hebben aangetekend tegen het feit dat de beleden Schepper-God, noch zijn Zoon Jezus, volgens het apostolicum ook maar iets met Israël te maken lijken te hebben! En dus heeft de opstelling van de “apostolische” geloofsbelijdenis met de apostelen ook helemaal niets te maken. Laten we alsjeblieft eens eerlijk worden.
Wat vervolgens in 325 AD in Nicea gebeurt is niet minder dan de voortzetting van deze trend. In de volgende alinea’s zullen we nagaan hoe dat ging.
Keizer Constantijn de Grote zag in de kerk een nuttig bindmiddel voor de eenheid van zijn rijk, maar theologische twisten kon hij derhalve niet gebruiken. Er was een niet geringe twist ontstaan over wat ik maar even ‘de kwestie Jezus’ noem. De keizer nam de leiding, organiseerde de eerste kerkelijke synode en benoemde zichzelf tot voorzitter. Nota bene: Joodse deelnemers waren er niet. Daar in Nicea eiste hij overeenstemming over ‘de kwestie Jezus’.
De heidense wijsbegeerte had over God altijd gedacht in termen van een bijzondere substantie of ousia, door Aristoteles het vijfde element genoemd. Dan ligt de redenering voor de hand dat als God een zoon heeft, die zoon ook bestaat uit diezelfde goddelijke stof. Dus dus dus Jezus=God. Laten we luisteren naar Jezus zelf. Over de verhouding tot zijn Vader heeft hij gezegd: ”ik en de Vader zijn één”. Maar doet Hij daarmee een wijsgerige ontologische uitspraak, zodat hij verklaart dat hij God is? Jezus is geen Griekse wijsgeer, maar een door en door gelovige Jood.
Wat Jezus bedoelt te zeggen is dat hij zich volkomen schikt in de wil van zijn Vader. Hij is diens trouwe en betrouwbare afgezant, getrouwe getuige, bloedgetuige.
Gehoorzaamheid heeft hij moeten leren. En heeft hij ook geleerd, blijkens zijn gebed: “niet mijn wil maar uw wil geschiede”.
In de veertig dagen tussen de dag van zijn opstanding en de dag van zijn hemelvaart moet hij ook hierover met zijn leerlingen hebben gesproken. Zij hadden immers geslapen tijdens zijn bidden in Getsemane.
In de tijd van Nicea was er twist, heidense twist over de status van Jezus. Dus waren er kennelijk ook bekeerde heidenen die in verzet zijn geweest tegen dat isgelijkteken tussen Jezus en zijn Vader. De andere partij had het over God uit God, in die ontologische zin van goddelijke substantie.
De keizer eiste overeenstemming en het isgelijkteken heeft het gewonnen. Voor de Joden is hier sprake van afgoderij. Er zijn ook vandaag christelijke theologen die dit erkennen, en theologen die het goedpraten of ontkennen. Keizer Constantijn had een einde gemaakt aan de christenvervolging, maar de Jodenvervolging kwam daarvoor in de plaats: hij heeft de Joden uit Rome verdreven. Hij haatte de Joden en heeft de deelnemers aan de synode naderhand een brief gestuurd die dat onverbloemd liet zien: niets moest de kerk gemeen willen hebben met dit afschuwelijke volk. Dus… wat willen we met deze verkeerde wissel die de kerk relatief kort na haar geboorte genomen heeft? Met dit zgn DNA van de kerk? Wie van de geschiedenis niets leert moet haar overdoen. Wat God genadig verhoede.
James Carroll, Constantine’s sword – the church and the Jews werkgroep Vanuit Jeruzalem Het christelijk belijden heeft heidense wortels. werkgroep Vanuit Jeruzalem Zonder Israël geen reformatie